Werken in woudlucht
Vak en taalsteun
Taalsteun betekent steun bij het begrijpen en produceren van taal.
Taalsteun kan op diverse manieren geboden worden: steun bij teksten en nieuwe woorden, steun bij het zelf praten en schrijven, en soms steun in de vorm van taallesjes, zoals taaloefeningen rondom nieuwe formuleringen in vaktaal.
-
Spreekt de leraar Standaardnederlands (taalzorg)?
-
Spreekt de leraar duidelijk (articulatie, tempo)?
-
Spreekt de leraar correct (woordgebruik, zinsconstructie)?
-
Is het taalniveau van de leraar aangepast aan het taalniveau van taalzwakkere leerlingen? (kortere zinnen, woorden uitleggen, klemtonen leggen,...)
-
Besteedt de leraar aandacht aan moeilijke woorden (uit het vak, de instructietaal, laagfrequente woorden uit de dagelijkse taal)?
-
Geeft de leraar visuele ondersteuning d.m.v. concreet materiaal, illustraties...?
-
Hanteert de leraar schriftelijke en mondelinge verwerkingsvormen (taaltaken) zoals lees- en schrijfopdrachten, presentaties?
-
Sluiten de teksten, hulpbronnen e.d. aan bij het taalniveau van de leerlingen?
-
Wordt het tekstbegrip gecontroleerd d.m.v. mondelinge vragen?
-
Is er aandacht voor lees- en luisterstrategieën (leren leren)?
-
Geeft de leraar feedback op taaluitingen van leerlingen (bevestiging, om verduidelijking vragen, verbeterd herhalen, uitbreiden van de inhoud,…)
-
Krijgen minder taalvaardige leerlingen extra instructie en uitleg?
-
Worden er extra hulpmiddelen ingezet (beeldwoordenboek, spreek- en schrijfkaders,…)?
-
Wordt de taaldiversiteit van de klas zinvol benut? (werken in taalheterogene groepjes, werken met rollen, thuistaal ter illustratie en ter ondersteuning,…)?